Peter's Camino naar Santiago de Compostela, dag 8

Gisteren mocht ik overnachten bij Anne-Marie Bombaerts, die in een prachtig en sfeervol oud huis woont op een heuvel in Namen. Ook hier werd ik geweldig ontvangen. Ik kwam aan als een verzopen kat en mocht meteen douchen en mijn natte kleren in het verwarmingshok te drogen hangen. Daarna stak ze de open haard aan en kreeg ik een biertje om bij te komen.

Anne-Marie vertelde me dat het pelgrimsonderkomen in de abdij van Leffe gesloten was tot juli wegens een verbouwing. Jammer want dat zou mijn volgende bestemming zijn en ik had me er al op verheugd. Het nieuwe plan was eerst in Namen nog wat rondkijken en dan doorlopen tot Profondeville. Daar kreeg ik geen spijt van want in Namen deed ik een prachtige ontdekking. 

In maart zijn Monique en ik naar de landelijke pelgrimsmis in de kathedraal van Roermond geweest. Tot mijn verbazing bevond zich daar een groot reliqui van de heilige Jacobus, namelijk zijn arm. In Namen ging ik op aanraden van Anne-Marie naar het Museum voor Oude Kunsten waar een grote schat ligt. En wat trof ik daar aan? De voet van Jacobus als onderdeel van de schat. 

Daarna ben ik maar uit Namen vertrokken. De route liep vandaag langs de Maas over een mooi makkelijk pad. En ik was nog net voor de regen op mijn bestemming. Mooi toch. Toch weer 24 km gelopen. En o ja. Ik heb weer telefoon. Een afdankertje van Monique maar ik ben er heel blij mee.